Mueller aanklacht – 10 vragen

Terwijl in de VS sommige politici al spreken over Pearl Harbor, en bepaalde denktank residents hard tekeer gaan tegen Facebook medewerkers die het werk van de inlichtingendiensten niet goed genoeg hebben gedaan, is ContraCourant even snel door de aanklachten heen gefietst.

Voor nu blijft het bij dit overzicht van vragen die het document oproept – eenieder is van harte uitgenodigd mee te denken over de antwoorden. De lijst kan nog worden uitgebreid – of ingekort als er antwoorden op gevonden zijn.

  1. Er ligt nu een aanklacht tegen mensen die waarschijnlijk nooit terecht zullen staan. Hoe wordt het bewijs dat ten grondslag ligt aan de aanklacht, alsmede de manier waarop dat bewijs is verzameld nu beoordeeld en enigszins verifieerbaar gemaakt?
  2. De aanklacht geeft geen beeld van de verdeling van de vele genoemde pagina’s en berichten naar kandidaat waar ze voor of tegen ageerden, noch van een verdeling van activiteiten van voor en na verkiezingen, noch van hoeveelheid pagina’s en berichten die niet over politiek gingen. Dit is belangrijk om een beeld te krijgen van de mate waarin dit een serieuze poging tot beïnvloeding van de verkiezingen was
  3. Waarom is Bernie Sanders nooit gedagvaard door het onderzoeksteam en Jill Stein wel?
  4. Facebook’s Rob Goldman stelt dat hij alle bewuste advertenties heeft gezien (op FB) en stelt op basis daarvan dat beïnvloeding van de verkiezingen geen doel was van de campagne. Dit is op basis van de aanklachten niet te controleren. Wanneer wordt een en ander vrijgegeven om deze stellingname te verifiëren?
  5. Facebook’s Rob Goldman stelt dat het merendeel van die advertenties dateert van na de verkiezingen. Dit is op basis van de aanklachten niet te controleren. Wanneer wordt een en ander vrijgegeven om deze stellingname te verifiëren?
  6. Waarom begingen de verdachten allerlei frauduleuze daden (o.a. identiteitsdiefstal om Amerikaanse rekeningen en PayPal accounts te openen) om vervolgens advertenties – waarschijnlijk het makkelijkst te herleiden en herkennen –  te betalen met Russische rekeningen en creditcards? (@88 en 49)
  7. Komt het bewijs uit interne IRA communicatie die het document aanhaalt van de NSA? Zo ja, waarom was de NSA dan de enige van 3 agencies die in het ODNI rapport van 6/7 januari niet “highly confident” maar “moderately confident” was dat de campagne van de Russen tot doel had Trump’s campagne te helpen en Clinton negatief neer te zetten naast Trump? Uit het ODNI rapport blijkt ook dat men wel op de hoogte was van een campagne op Social Media. Het komt vreemd over dat de gedoodverfde kandidaat voor het onderscheppen van dergelijk materiaal er iets meer dan een jaar geleden, terwijl de campagne nog in gang was, als enige nogal voorzichtig over deed.
  8. Hoe kan het dat het ODNI rapport van januari 2017 zo enorm beknopt was over dit onderwerp terwijl in 2015 in de media al werd gesproken over IRA, dat in het Engels trolde, mede over politieke onderwerpen in relatie tot Amerika? Uit het ODNI rapport blijkt ook dat men wel op de hoogte was van een campagne op Social Media.
  9. Waarom ging de meerderheid van het ODNI rapport over RT terwijl inmiddels is gebleken dat RT waarschijnlijk net wel of net niet in de top 20 van meest gedeelde bronnen staat volgens dit onderzoek? Was het ODNI rapport dan echt zo’n haastklus?
  10. Waarom stelt een Russische journalist van RBC, welke eerder twee keer onderzoek deed naar IRA, dat de uiteindelijke lijst van aangeklaagden hem bevreemdt? Andrey Zakharov stelt dat de lijst hem doet denken aan de eerder van Forbes gekopieerde lijst die werd vrijgegeven van invloedrijke oligarchen met banden met het Kremlin. Zakharov stelt onder andere dat sommige van de aangeklaagden ten tijde van de campagne niet eens voor IRA werkten. Ook spreekt hij verbazing uit over de gepubliceerde passages uit de e-mail van Irina Kaverzina (@58 d) – hetgeen ContraCourant ook benieuwd maakt naar de manier waarop men hier aan is gekomen.

Vooralsnog moeten we het doen met plaatjes als deze:

*25/2/2018 – Een andere interessante vraag is wat het werkelijke op de campagne toegespitste budget is geweest. Er wordt wel veel geschermd met 1,25 miljoen op maandelijkse basis, maar dat betreft het budget voor Project Lakhta, dat een stuk breder was dan deze campagne.

 

 

De volgende stap zetten; de nepnieuws crisis

Om maar te beginnen met het goede nieuws… Gevestigde kanalen lieten zich niet geheel onbetuigd in het aanzicht van de nakende censuurcultuur waarnaar wij geacht gaan worden ons te schikken. Ik zag een Roderick Veelo weinig doekjes winden om het feit dat het fundament voor deze culturele ommezwaai wel erg dunnetjes is. Ik zag een Marianne Zwagerman waarschuwen (zoals wel vaker, waarvoor mijn enorme waardering) voor de glijdende schaal… En zo nog wel meer. Belangrijk! Dus dit stemt hoopvol.

Maar tegelijk is er iets dat me een beetje stoort. Zoals we (hopelijk) allemaal wel hebben gezien zijn de ontwikkelingen rondom de bestrijding van nepnieuws niet geheel los te zien van de ontwikkelingen rondom Russiagate en al wat daarmee samenhangt, en dan met name de onzorgvuldige en vaak eenzijdige manier waarop daar in de media over wordt bericht. Wat mij dan verbaast is dat bijna niemand die puntjes gewoon eens verbindt, en stelt dat die onzorgvuldige berichtgeving de hamer is waarmee de gevreesde overheidsinmenging erdoor wordt geramd!

Kajsa Ollongren is terecht bij de spreekwoordelijke kraag gegrepen (niet door iedereen, maar vooruit) om haar alarmistische, maar vrij magere verhaal over Russische beïnvloeding. Er was kritiek op haar MH-17 voorbeeld (of liever gezegd, het gebrek daaraan), maar dat het tweede “wapenfeit” uit haar eerste brief aan de Kamer een referentie is aan het ODNI rapport van 6/7 januari 2017, waarbij zij doet voorkomen dat dit rapport bewezen feiten beschrijft (“laten zien dat… dat ook werkelijk doen”) heb ik niemand op zien pikken. Waarom niet? Want het is volstrekt onwaar.

Ook de voorbeelden die zij in haar brieven noemde zijn niet geheel zuiver, zie ook dit eerdere bericht over de kwestie. Noch in Duitsland, noch in Frankrijk is die Russische inmenging vooralsnog een feitelijke zaak gebleken.

Afgelopen week schreven de nieuwsmedia over Twitter in relatie tot Russiagate. Nagenoeg allemaal schreven ze ten onrechte over feitelijkheden inzake de connectie met Internet Research Agency, de inmiddels legendarische trollfarm in Sint Petersburg. Probleem is echter dat dit geen feitelijkheden zijn, maar vermoedens. Zie onder andere de verklaring van Twitter zelf, of de eerdere verklaring voor de senaatscommissie waarin Twitter haar methodiek uit de doeken doet. Twitter beoordeelt accounts op locatie en content, en kijkt of bepaalde accounts geautomatiseerd zijn. Twitter spreekt daarbij vermoedens uit dat het gaat om activiteiten vanuit het Internet Research Agency. Maar Twitter bewijst dat niet en claimt dat ook niet te hebben bewezen. Wanneer Twitter spreekt over IRA-associated of IRA-linked, bedoelt Twitter daarmee accounts waarvan zij vermoeden dat ze gelinkt zijn aan IRA. Niet dat dit accounts zijn waarvan dit is bewezen. Een belangrijk verschil lijkt mij.

Uit de laatste verklaring zelf:

Het enige bewijs dat men aanlevert – buiten locatie, content en mogelijke automatisering – is “informatie van derden”. Wat voor informatie dit is, en waar deze informatie vandaan komt, dat wordt niet duidelijk. Maar schijnbaar is dat niet belangrijk genoeg, en kan er over voldongen feiten worden gesproken en geschreven.

Maar het zijn wel deze quasi-feitelijke nieuwsbombardementen en brieven aan de Kamer waarmee Minister Ollongren en anderen de noodzaak van overheidsingrijpen propageren. Willen we Ollongren en anderen de voet daarin dwars zetten, dan zullen we kritischer moeten worden en niet toestaan dat een discussie die raakt aan onze grondrechten vervuild raakt met misinformatie en desinformatie.

Russiakeet met Ollongren – 2

Eerder al berichtte ContraCourant over de brief van Minister Kajsa Ollongren inzake Russische beïnvloeding. Die riep terecht een hoop vragen op, al werd een van de belangrijkste fouten in haar schrijven aan de Kamer over het hoofd gezien. Wanneer we kijken naar haar toelichting van 15 november blijkt dat de Minister er echt een potje van maakt.

Ze verdedigt haar brief met verwijzingen naar desinformatie rondom het Oekraïne-referendum, wellicht zegt die lachwekkende “dreigvideo” namens het Azov bataljon u nog iets, en naar een verzameling Europese leiders die hebben gezegd dat Russische inmenging een rol heeft gespeeld in voor hen relevante verkiezingen – gelieve niet te vragen om bewijs.

In de brief refereert Ollongren ook aan waarschuwingen over Russische inmenging in Duitse verkiezingen, waarbij ze de diefstal van informatie noemt bij een hack van de Duitse Bundestag.

Probleem is echter dat deze hack en diefstal waarschijnlijk gewoon een lek waren – het onderzoek zoekt de dader al bijna een jaar in eigen kringen. Uiteraard waren de initiële beschuldigingen voor het gemak gericht aan Rusland en Wikileaks.

Amusant, ware het niet dat het voor ’t eggie is. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Russiakeet met Ollongren

Met enige onrust werd deze week de brief aan de Tweede Kamer van Kajsa Ollongren over Russische beïnvloeding ontvangen. Over de onzorgvuldigheid van die brief is al het een en ander geschreven en besproken (o.a. NRC en TPO), maar daarbij werd voorbij gegaan aan het fundament van haar relaas. In de brief beweert Ollongren namelijk dat de rapportages van Amerikaanse inlichtingendiensten van 6/7 januari 2017 laten zien dat:

“statelijke actoren niet alleen de intentie en de capaciteit hebben om zich via digitale middelen actief te mengen in democratische processen, maar dat ook daadwerkelijk doen”

Wellicht had Ollongren wat Amsterdamse afscheiding in haar oog toen zij de bewuste rapportage las, maar de inhoud en betekenis van dit gedeclassificeerde ODNI rapport zijn haar blijkbaar ontgaan. Een Intelligence Assessment is geen bewijsvoering, noch een document dat hard bewijs levert. Een Intelligence Assessment is een inschatting. Dit valt in het bewuste rapport overigens ook te lezen.

Buiten deze misvatting levert de brief nog een interessante uitspraak op. Zo heeft de AIVD meerdere via Nederland verlopende cyberaanvallen waargenomen, uitgevoerd door staatsactoren. Attributie van deze aanvallen is niet of nauwelijks mogelijk, zo valt ook te lezen in de brief. Hoe men tegelijk kan weten dat internationale cybercriminaliteit van staatsactoren komt, maar attributie van die aanvallen niet of nauwelijks mogelijk is, dat snapt ContraCourant niet zo goed.

Alhoewel… Veel hacks zijn de laatste jaren aan Rusland toegeschreven op basis van het gebruik van de software suite Agent-X (zo ook de DNC hack). De realiteit is echter dat dergelijke software die eenmaal via het web is ingezet vanaf dat moment voor iedereen te modificeren en gebruiken en/of verspreiden is.

 

De ogen sluiten voor de werkelijkheid… Van onbewezen claims

Alsof zijn enthousiaste columns ten tijde van de rampzalige NAVO-interventie in Libië nog niet genoeg waren, meent (ex-)Volkskrant columnist Paul Brill nu anderen de maat te moeten nemen over het sluiten van de ogen voor de onwelgevallige realiteit.

Zo sluit je volgens Paul Brill je ogen voor de realiteit wanneer je, zoals Coen de Jong in zijn column in VK vandaag, van mening bent dat de Rusland hysterie aan het doorslaan is. De Jong waarschuwt in zijn column voor een opmars van censuur als gevolg van deze wijdverspreide hysterie – niet onterecht. Wie de werkwijze bekijkt van clubs als PropOrNot en Hamilton 68 kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat elke vorm van kritiek op Washington en andere westerse machtsbases langzaam aan verdacht wordt gemaakt. En dit niet eens op basis van harde bewijzen nota bene.

Probleem is echter dat in de reguliere nieuwsmedia nauwelijks acht wordt geslagen op de zwakke fundamenten van de verschillende claims over Russische beïnvloeding. Of het nu gaat om de DNC hack, de Wikileaks link, Russische Twitteraccounts, Russische Facebookcampagnes… Wanneer je eenmaal dieper ingaat op de claims blijkt telkens dat harde bewijzen niet voorhanden zijn (over deze claims meer in latere posts).

Kortom, een uitgelezen situatie voor iemand als Paul Brill om nog maar eens “nietes” (16 november 2017) te roepen. De moraal van zijn verhaal is dat waarschuwen voor excessen als gevolg van onbewezen claims eigenlijk neerkomt op het bagatelliseren van onbewezen claims. Dat, zo zegt Brill, is je ogen sluiten voor de realiteit… Van onbewezen claims.