Informatie moet een eind maken aan de informatie-oorlog…

… Of de informatie-oorlog maakt een eind aan informatie.

Onder luid applaus werd Facebook (mede) verantwoordelijk gehouden voor Russische inmenging in het democratisch proces in de Verenigde Staten. Groot was de verontwaardiging toen bleek dat het platform zich leende voor het schimmige werk van Cambridge Analytica.

Tot zoverre niet zoveel op af te dingen. De aandacht was meer dan gerechtvaardigd, hoewel niet altijd even oprecht. Een en ander speelt tegen een achtergrond van Rusland-hysterie die tot op de dag van vandaag warm wordt gehouden in afwachting van iets dat door mag gaan voor bewijs – en daarbij gretig aftrek vindt bij mensen die het verlies van de Democraten graag bij Rusland leggen. Dat is relevant, omdat die achtergrond het feitelijke verhaal over “nepnieuws” en desinformatie/misinformatie kleurt.

Zie bijvoorbeeld dit artikel van CNN, een van tientallen sensationele artikelen waarin een impopulaire mening op Twitter besmet wordt met “Rusland”, gebruik makend van het volstrekt onbetrouwbare Hamilton 68 dashboard.

In de woorden van hij-die-genegeerd-dient-te-worden, Julian Assange (maar zelf even naar de website surfen en de methodiek proberen te verifiëren zou afdoende moeten zijn):

Recentelijk was er ook een interessante kwestie in de Britse media, waar the Guardian zichzelf weer eens tot lulletje van de klas wist te degraderen door mensen van vlees en bloed te kwalificeren als Russische bot, op basis van hun opvattingen over bepaalde (politieke) zaken.

Daarin stond en staat the Guardian natuurlijk niet alleen. Vanaf het moment dat het moedwillig (we praten niet over een stel dyslectische brugpiepers, met alle respect verder) verkeerd interpreteren van de verklaringen die Twitter gaf voor de senaatscommissie inzake Russiagate bon ton werd bevonden, en waarschijnlijk al even daarvoor, is het “debat” in een vrije val geraakt. Er is eigenlijk helemaal geen debat meer. Er is de schone waarheid en haar vertolkers enerzijds, en boos Russisch Twitter anderzijds. Het laat zich raden hoe onwelgevallige meningen worden gecategoriseerd.

Saillant detail dat niet mag ontbreken is overigens het werk en de mening van de heer Ben Nimmo, werkzaam bij the Atlantic Council’s DFRLab, die niet alleen zichzelf als voorhoede positioneerde in dit “gevecht”, maar schijnbaar ook door Sky News en/of de Britse overheid als zodanig wordt gezien, getuige dit interview met Russische bot Ian bij Sky.

Om het verhaal weer even terug te brengen naar het luide applaus waaronder Facebook in het strafbankje wordt gezet… Ik maak al enige tijd geen geheim van mijn pessimistische kijk op zaken.

Dus wat schetste mijn verbazing niet van de week? De blijde aankondiging (voor wie op zoek ging) van het feit dat DFRLab gaat samenwerken met Facebook in de strijd tegen “nepnieuws”. Een onderdeel van een denktank die ooit is opgericht ter versterking van de NAVO en tegenwoordig mag worden beschouwd als onderdeel van de Strategische Communicatie van de NAVO. Bezien in de hierboven kort uiteengezette context moge duidelijk zijn dat DFRLab’s missie geen waarheidsvinding betreft, maar strategische communicatie.

Facebook wil blijven leven, Washington en vrienden willen controle over het narratief behouden, met of zonder verdere training van Cambridge Analytica’s moederbedrijf SCL.

1+1=2. Maar reken het gerust na.

Ook in het nieuws (voor wie op zoek ging), het bericht dat YouTube video’s van “bekende samenzweringstheorieën” wil gaan voorzien van teksten van en links naar Wikipedia en niet nader genoemde derden. Het zou gaan om “de bekendste samenzweringstheorieën”, maar de praktische vertaling blijft zoals altijd dat een of enkele personen voor je zullen vaststellen hoe de zaken liggen, en over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd. Ook hier zit echter nog een addertje onder het gras, te weten Wikipedia zelf.

Wikipedia is in ieder geval op Twitter groot nieuws geweest de afgelopen week, naar aanleiding van een onnoemelijke hoeveelheid politiek gekleurde edits van de hand van iemand die zich in ieder geval voordoet als één persoon onder de naam Philip Cross (inmiddels Julian). De persoon/personen richten zich vooral op mensen die zich uitspreken tegen het establishment, met name vanuit een anti-oorlogsperspectief. Kan natuurlijk gebeuren, hoe raar ook. Minder in de lijn der verwachtingen ligt de reactie vanuit Wikipedia, recht tegen het overvloedige bewijs in. Het gaat om iemand (waarschijnlijk meerdere personen) die al jaren full-time bezig is met deze sterk politieke edits.

*Update 26/5/2018

Kortom, ook Wikipedia is op z’n zachtst gezegd verdacht bezig. Haal uw “feiten” terwijl ze nog warm zijn.

Dan was er ook nog (*gaap*) wat nieuws voortvloeiend uit een hack van GlobalLeaks. Bleek dat the Center for a New American Security op bestelling papers schrijft voor donoren, in dit geval de VAE die ook lekker willen knallen met militaire drones. Nu kunnen we onze vingers kruisen en hopen dat dit een incident betreft, maar de realiteit is dat dit soort grote, veel in de media aangehaalde denktanks (niet in de laatste plaats de Atlantic Council) allemaal van hetzelfde laken een pak zijn. Allemaal delen ze nagenoeg hetzelfde soort sponsoren en allemaal zijn ze een wie is wie van kruisbestuivende officials in private en publieke sectoren. Het zijn veredelde lobbyclubs. Meer niet.

Het verbindende element in deze verhalen is zoals vanouds het gevaar van het bestempelen van onwelgevallige meningen als vijandige propaganda. Specifiek gevaarlijk wordt het wanneer we establishment lobbyclubs onder het mom van het bestrijden van “nepnieuws” en samenzweringstheorieën een poortwachtersfunctie geven in een toch al onheilig concept van informatiekuising. Een onheilig concept dat ook in Nederland kan rekenen op steun, met name van Minister Ollongren. We weten dat EUvsDisinfo niet zuiver is, maar toch blijft de minister die club steunen terwijl ze blind blijft voor de gevaren van dit soort waarheidsarbiters, en het momentum dat zij meegeven op een toch al buitengewoon glibberige helling.

Het is vijf voor twaalf. De informatie-oorlog is echt. Hoewel sommigen vol bravoure claimen dat het informatie establishment tot een terugtrekking is gedwongen, lijkt mij dat we nu te maken hebben met de harde institutionalisering van (counter) propaganda, waar in vroeger tijden een mannetje bij de krant volstond. Er is wellicht een slag gewonnen tegen een garnizoen. Nu komen de special forces in actie.

Ik zou haast zeggen: ‘verwacht het onverwachte’. Maar dit kunnen we dus verwachten.

PS. Achter deze link nog iets meer info betreffende “Philip Cross” op Twitter, van de hand van Craig Murray. Aanrader!

 

 

 

 

Coen van de Ven blaast u rook in de ogen

Aanvulling 21/2/2018 – Ik heb vandaag over dit artikel gesproken met Coen van de Ven. Hij gaf aan de strekking van dit artikel niet te onderschrijven, maar wel acht te hebben geslagen op het intransparante karakter van het werk van Hamilton 68, en het met me eens te zijn dat Hamilton 68 als zodanig een bron is aan wiens werk niet zondermeer conclusies te verbinden zijn. Dat Coen van de Ven de moeite heeft genomen het artikel te lezen en van feedback te voorzien wordt zeer gewaardeerd!

Vandaag in De Groene Amsterdammer een stuk naar aanleiding van de eerder ook op ContraCourant besproken brief van Minister Ollongren aan de Tweede Kamer. Het stuk komt van de hand van Coen van de Ven, zo te zien toch zeker niet iemand zonder noemenswaardige staat van dienst.

Het artikel gaat nergens in op de feitelijke onjuistheid (een mooie term voor kapitale misser) in de brief van Ollongren, maar is daarentegen aardig gelardeerd met halve waarheden, hele onwaarheden en onbewezen claims die nog maar eens de indruk moeten wekken dat er onder alle rook heus wel een vuur woedt.

Een en ander begint met de “Gerasimov” doctrine. Het is tegenwoordig erg populair om bepaalde zaken te duiden als “typerend Russisch”, en dit “gegeven” naar voren te schuiven in een poging zachte verhalen hard te maken. Dit zagen we bijvoorbeeld al eerder gebeuren rondom de DNC hack, waar volstrekt ongegrond het beeld werd geschetst dat de werkwijze van de vermeende hackers een Russisch karakter leek te hebben. Vandaag is het verhaal dat het ontwrichten van samenlevingen, in plaats van een directe aanval, een typerende oude Sovjet techniek is.

De realiteit is dat hier niets specifiek Russisch aan te ontdekken valt. Het concept is zo oud als de weg naar Rome, en als er een machtscentrum is dat in de tegenwoordige tijd praktisch gebruik maakt van intriganten dan ligt dat toch echt in Washington, dat sinds de jaren 80 van de vorige eeuw haar mondiale netwerk aan NGO’s en denk-tanks inzet om haar politieke en militaire doelen te helpen bewerkstelligen.

Voortbordurend op dit zoveelste kunstmatige beeld van het sterk Russische karakter van zaken die zonder hard bewijs aan Rusland worden toegeschreven gaat Van de Ven nog een stapje verder. Te lezen valt hoe Rusland “Trump een digitaal zetje gaf”. Wat daarmee precies bedoeld wordt blijft onduidelijk. Schijnbaar mogen we als lezer zelf iets invullen, we hebben tenslotte allemaal wel iets gehoord of gelezen over dit soort zaken. In hoeverre dit soort onzorgvuldigheid journalistiek verantwoord is – dat mag de lezer zelf invullen.

Maar we gaan verder, want zelfs Merkel en Macron beklaagden zich volgens Van de Ven over Russische inmenging tijdens hun verkiezingen. Dat geheime diensten in beide landen na eerdere claims in die richting hebben ontkend dat zoiets heeft plaatsgehad doet er niet toe, want we kunnen ons nu beroepen op beïnvloedingscampagnes op social media. Niet dat er op dat gebied harde bewijzen zijn geleverd die de vermeende campagnes linken aan de vaak aangehaalde trollenfabriek in Sint Petersburg (een “Russisch account” is bijvoorbeeld elk account waarop ooit is ingelogd vanaf een Russisch IP adres, en dan beginnen we nog niet over de mogelijkheden dit soort data te manipuleren, en ja… Ook geolocation wordt in sommige verhalen aangevoerd als een vorm van bewijs)… Of dat er zelfs maar een nullijn is vastgesteld waarlangs de significantie van het aantal Russische accounts dat zich bemoeit met voor Rusland relevante geopolitieke zaken kan worden gemeten. Maar wanneer je waarheid probeert te smeden uit een selecte verzameling halve verhalen ga je nu eenmaal een hoop halve verhalen nodig hebben en zul je het vuurtje constant moeten opstoken.

In zijn enthousiasme sleept Van de Ven vervolgens de (ook vrij dubieuze) Russische trollenwachters van Hamilton 68 erbij. Hier stuurt hij het zaakje aardig in het honderd wanneer hij (wederom onzorgvuldig) claimt dat Hamilton 68 honderden door het Kremlin aangestuurde Twitteraccounts volgt die zouden opereren vanuit (daar is ie weer) de trollenfabriek in Sint Petersburg. De realiteit van Hamilton 68 is een heel stuk genuanceerder (wellicht is ongenuanceerder eigenlijk een betere woordkeuze) dan Van de Ven hier doet voorkomen.

Hamilton 68 is een project van de Alliance for Securing Democracy, zogezegd gehuisvest bij het German Marshall Fund of the United States en aangestuurd door mevrouw Laura Rosenberger en meneer Jamie Fly. Rosenberger was recentelijk nog betrokken bij de presidentiële campagne van Hillary Clinton als adviseur buitenlandbeleid. Jamie Fly is onder andere voormalig national security counselor van de neoconservatieve havik Marco Rubio, verliezend kandidaat in de Republikeinse primaries (hetgeen ook al de schuld was van Rusland).

Ofwel, afkomstig uit de hoek waar “Russiagate” is geboren en getogen – een ietwat cynisch ogend bondgenootschap tussen verliezende Democraten en verliezende Republikeinse haviken voor wie Trumps hints naar detente met Rusland een doorn in het oog waren. In hoeverre we van deze club een onbevooroordeeld geluid zullen horen is natuurlijk de vraag – zij hebben direct belang bij het warmhouden van “Russiagate” om hun eigen falen te maskeren en het presidentschap van Trump nog verder te beschadigen dan hij zelf dagelijks doet, met de beschuldiging van collusie met de Russen.

Naast de oorsprong is ook de methodiek van Hamilton 68 wel zo relevant. Zeker wanneer je deze, zoals Coen van de Ven doet, dusdanig simplificeert dat je eigenlijk gewoon onzin verkondigt. Hamilton 68 volgt namelijk geen honderden accounts die in Sint Petersburg zijn gestationeerd. Wat Hamilton 68 wel doet is het volgende:

Men volgt 600 Twitteraccounts waarvan is “vastgesteld” dat zij gelinkt zijn aan Russische beïnvloedingscampagnes. Zoals op de website zelf ook te lezen valt (voor Coen, voor de volgende keer) stelt men zelf al direct dat niet al deze accounts worden aangestuurd door de Russen. Wat helaas nergens wordt aangegeven is hoe men volgens de Hamilton methodiek dan gelinkt zou raken aan Russische beïnvloedingscampagnes. Eigenlijk valt aan de hand van de informatie die Hamilton 68 zelf verstrekt alleen de conclusie te trekken dat eenieder die naar de zin van de “onderzoekers” iets te vaak Russische misinformatie (een net zo min op verifieerbare gronden gestoeld concept) deelt onderdeel is van een Russische campagne. Nergens wordt in die zin ook maar een begin van een verantwoording gegeven over de manier waarop wordt vastgesteld dat de verspreide boodschap feitelijk onjuist is.

Wat wel wordt aangegeven is dat waarschijnlijk het merendeel van de content waar men binnen dit “netwerk” over spreekt niet is gecreëerd door Rusland maar door derden, en dat het bewuste “netwerk” deze content uitvergroot omdat het volgens de “onderzoekers” aansluit op Russische thema’s.

De enige harde feiten waar Hamilton 68 zich op baseert zijn het feit dat er op Twitter content wordt gedeeld van Russische staatsbronnen, soms door mensen die openlijk aangeven pro-Russisch te zijn, en dat er geautomatiseerde accounts bestaan die veel content delen die samen lijken te vallen met voor Rusland relevante thema’s. Er is buiten de gedeelde content geen sprake van een aantoonbaar verbonden netwerk, noch is er sprake van een aantoonbare link naar de Russische overheid. Feitelijk stelt men dat bepaalde informatie per definitie misinformatie is (hetgeen nergens wordt hard gemaakt), en dat er betekenisvolle conclusies te trekken zijn op grond van het gegeven dat binnen via social media aan elkaar gelinkte mensen en groepen met bepaalde voorkeuren een soort echokamers ontstaan. Als klap op de vuurpijl weigert men de namen behorend tot de bewuste accounts vrij te geven, omdat dit het gedrag van die accounts zou kunnen beïnvloeden, hetgeen het eigen project onbruikbaar zou maken. Meer is er domweg niet. Zo bezien is Hamilton 68 enorm veel gewichtige verdachtmaking in een kek wetenschappelijk jasje (in realtime! wow!), maar blijkt de keizer bij nader inzien gewoon de onverbeterlijke exhibitionist die ContraCourant de afgelopen jaren heeft leren kennen.

Kortom: Van de Ven refereert aan een nogal dubieus project en geeft daarbij ook nog eens een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken. Hij schrijft daarbij: “Alles wat een kras betekent op de zelfgenoegzame uitstraling van het Westen krijgt zo digitaal extra wind in de zeilen”.

Laat ContraCourant dit omdraaien op een manier die meer recht lijkt te doen aan de aangehaalde situatie: Alles wat een kras betekent op de zelfgenoegzame uitstraling van het Westen moet wel Russische misinformatie en propaganda zijn.

In de rest van het artikel probeert Van de Ven gelukkig wel een kleine lans te breken voor enige waakzaamheid. Een al te fanatieke jacht op vermeende misinformatie zou immers kunnen ontaarden in een heksenjacht die leidt tot indirecte censuur (bijvoorbeeld door besmeuring of verminderde toegankelijkheid van bronnen), of zelfcensuur uit angst te worden uitgemaakt voor een agent van de vijand. En passant refereert Van de Ven daarbij ook nog aan de verhoren van Twitter, Facebook en Google voor een speciale senaatscommissie. Hij noemt het resultaat daarvan teleurstellend, maar doelt daarbij waarschijnlijk niet op het feit dat ook de door die bedrijven afgeleverde reportages nog niet een begin van een wetenschappelijk verantwoorde basis hebben. Waarschijnlijk bedoelt Van de Ven daarmee ook niet dat het teleurstellend is wanneer zulke bedrijven op het matje moeten komen in de wetenschap dat een niet bevredigend antwoord verstrekkende gevolgen kan hebben voor de toekomstige bedrijfsvoering, en zich wel twee keer achter de oren zullen krabben voor ze iemand als senator Mark Warner tegen zich in het harnas jagen. Logischer lijkt het dat Van de Ven het teleurstellend vond dat (in deze context) relatief onschuldige derden niet het harde bewijs leverden dat hij en anderen zelf ook nergens vandaan weten te halen, en dat zij ook geen kant-en-klare ideeën hebben over het bestrijden van een vaag concept als beïnvloedingscampagnes zonder afbreuk te doen aan een heel scala aan Westerse verworvenheden, hier en daar ondersteund door een wetje en grondrecht of wat.

Zoals Van de Ven schrijft: “Een gezonde open democratie is uiteindelijk een goed geïnformeerde democratie”. Dat doet ContraCourant deugd. Nu alleen zelf nog een bijdrage leveren aan die informering. Dat doet hij met zijn artikel helaas niet – integendeel.